Als beginnende fotograaf zijn er natuurlijk heel veel dingen om op te letten. Alleen de settings van je camera is al genoeg om je een jaar bezig te houden. Dat soort technische dingen zijn vaak lastig om onder de knie te krijgen én is vaak niet gelijk terug te zien in je foto. Het is dus veel belangrijker om gewoon een goede foto te maken. In dit artikel laat ik je een paar vaak voorkomende beginnersfouten zien én wat je eraan kan doen.
Beginnersfout 1: geamputeerde ledematen
Als je een full body foto maakt van iemand, zorg er dan voor dat de ledematen van diegene wel allemaal te zien zijn. De meest voorkomende afsnij plekken zijn de polsen, net boven de voeten, vingers Soms kom je er wel mee weg en kan je ook niet anders. Hieronder een lijstje met acceptabele afsnijpunten en afsnijpunten die je beter kan voorkomen.
Acceptabele afsnijpunten (Op de foto in het groen):
- Bij de bovenbenen
- Vanaf de scheenbenen
- Bij de bovenarmen
- Vanaf de nek (bij een portret)
- Voorhoofd (bij een portret)
Voorkom deze afsnijpunten (Op de foto in het rood):
- Vingers
- Tenen
- Polsen
- Voeten
- Ellebogen
Eigenlijk is het heel simpel, zorg ervoor dat het niet lijkt alsof iemand geamputeerd is. Dan zit je goed. En vergeet niet dat jij als fotograaf je model kan sturen. Als je ziet dat een vinger of voet wordt afgesneden, gan dan wat verder staan, zoom uit of vertel je model om net even iets anders te gaan staan.
Beginnersfout 2: gekke compositie
Compositie in fotografie is super belangrijk. Dat bepaalt namelijk waar je ogen naartoe worden geleid. Als je compositie niet helemaal goed is, dan kan een foto onrustig overkomen. Dan verliest degene die naar je foto kijkt zijn of haar interesse.
Er zijn een aantal basisregels om je te helpen met je compositie. Je hoeft je niet aan deze regels te houden, maar ze kunnen je wel een eind op weg helpen! Hieronder een lijstje met een paar van die basisregels (zie ook afbeeldingen hieronder):
- Centreer je onderwerp: Heel simpel, maar is nooit fout.
- Gebruik de regel van derde: Zet je grid aan in je camera met de 6 vakjes en zorg ervoor dat je onderwerp op 1 van de buitenste lijnen staat.
- Maak gebruik van zogenaamde leidende lijnen: Dit zijn lijnen van bijvoorbeeld wegen, of trapleuningen die je leiden naar het onderwerp.
- Maak gebruik van zogenaamde frames in je omgeving: Zet je onderwerp binnen dat frame. Dat kan bijvoorbeeld een raam zijn, een deur of tussen 2 pillaren. Wees lekker creatief en kijk om je heen.
Dat was het in principe. Als je rekening kan houden met de tips die ik in dit artikel heb gegeven, dan ben je al een heel eind. Je hoeft niet eens rekening te houden met welke setting je op je camera hebt. Dat komt later wel als je dit onder de knie hebt. Ik hoop dat je er wat aan had. Als je nog vragen hebt over dit onderwerp of een ander onderwerp, laat het mij dan weten. Dan zet ik ’t op mijn lijstje om er een blog over te schrijven.
Sampai ketemu lagi (Tot de volgende keer!)
Y.M. van ’t Klooster
